(Op het gazon de dauw doorschoten eikels.
In de vazen de rozen nu. Hun luchtjes
Tergend in tapijten, dekens en gordijnen.) 1
De bundel is als dichting van beelden verdeeld in Boeken, net
als bij de Duitse schrijver Rainer Maria Rilke (1875-1926), een
modern getijdenboek. België, voetbal, schilderijen en het Bel
gische koningshuis glijden voorbij. Mededichters en kritiek
waren lovend. De prestigieuze literatuurprijs van Knokke-Heist
werd Van Bruggen toegekend voor de gedichtencyclus Adem-
loos seizoen, deel van deze verzameling.
De identificatie met de dandy-dichter, die Van Bruggen nogal
parmantig handhaafde door zijn achternaam steeds te versie
ren met de letters pp en door zich te laten afbeelden als een
negentiende-eeuws dichter op het omslag van zijn bundel Tus
sen feestend volk uit 1977, moest ook het verval in zich bergen.
Op de bloeiende liefde van Ademloos seizoen volgt in deze ge
dichten treurnis en dood. Ondanks de pralende woorden zijn
de gevoelens van ontgoocheling en verbittering authentiek.
En, in deze vijver van herkenning, in dit
Gat van het getij, zoekt de dichter naar de
Oude ziekten der seizoenen, de eeuwigheden
De minachting van minnaars, het kamerbreed
Behang van belachelijke lijven in omarming.
Zodoende, de doodstille ratel ondenkbaar
In zijn hand, vlucht hij naar zijn naargeestig
Grijs verleden, de bedorven troost van het
Voedzaam verdriet, het heilig heimwee,
Het nachtelijke en nooitse niemandsland.
En:
Er wordt weer geregend. En het waait wilskrachtig
In het dal waarin hij zijn dieren vermaant.
Alzo gaat hij langzaamaan verstaan dat
Droefheid van geen tijd is, eeuwig dus
Als zijn landschap of slagveld. Zijn dal vol
Onstuimig mos en hemelhoge grassen.-