vo
Het decadentisme dat zijn gedichten daarna zou kenmerken
was typerend voor negentiende-eeuwse dichters als Baudelaire,
Verlaine en Huysmans. Ze bedronken zich aan de bedwelmen
de schoonheid van bloemen, vrouwen in een vlucht voor de
werkelijkheid. De fascinatie voor de vrouw lijkt de dichter te
bezweren door haar te esthetiseren achter een masker van gra
tie en wellust. Van Bruggens zwoele fotomodellen zijn de twee
slachtige varianten van Baudelaires fatale vrouwen. De gedich
ten van Nic betekenen een cultus van de vorm, waarin hij vaak
synesthesieën toepast, een vermenging van kleur, klank, gevoel
en geur. De barokke woorden en beeldenstromen zijn het
dandyesk verzet tegen de maatschappij.20 De wereld is een sur
reële ruimte of een verre reis, zoals Charles Baudelaire schreef
in zijn gedicht 'L'invitation au voyage' in 1857: 'La, tout
n'est qu'ordre et beauté, Luxe, calme et volupté.' (Daar is alles
alleen maar orde en schoonheid, Luxe, kalmte en zinlijkheid).
In Ademloos seizoen, dat in 1974 verscheen, triomferen liefde en
de weemoed, een thema dat Van Bruggen als een rijk geor
kestreerde sonate toonzet in de cyclus Tussen Huis Jaargetij
De spiegel
Zij knoeit wat aan haar taille
Met in haar vingers kneedbaar
Mijn slijtage, mijn vermoeide vrede.
Aan het raam slaapt het water,
Het lover, de vogels van het voorjaar.
In het ijs van de spiegel is haar gelaat
De laaiende tatouage van vers verdriet,
Veelzijdige extase en vervaagd verval.
In het ovale kader herkent de herinnering
Het heimwee, heeft elke zonde zijn trots
Nog: triest als een orakel of tango.
De lakens lui als traaggetrokken messen,
Het gevecht vermijdend. Met een glimlach
Geliefde troost, of een toren ontucht.
Op het tapis plein, naar het bed,
stapt zij zo zacht dat ik denk:
Het einde is nabij. En onbeslapen.