makkelijk deuntje, maar het is een perfecte samensmelting van tonen en vibraties. Je bent volledig in harmonie met de trillin gen in de lucht rond je neusvleugels. Ik voel me leeg, op zo'n manier dat al het andere niet meer telt, alsof de wereld ver weg is en ons observeert door de bodem van een glazen fles. Je verklaart me voor gek. Niet om de dingen die ik zeg maar omdat ik zo vaak niets zeg, omdat ik ergens blijf zitten in een of andere godvergeten nis of portiek terwijl jij ronddanst en het leven wil omarmen. Gek ding. Gek wijf. Je bent zelf mesjogge. Volkomen krankjorum. En pas wanneer ik dat zeg lach je weer en is alles vergeven en trek je mij een ogenblik die godvergeten nis uit en dansen we samen. Het houten karkas kreunt en ademt en zilt. Je haalt je neus op en veegt als een klein kind met je mouw de restjes slijm weg. Tien seconden van zinderende perfectie. Mag als een muzikale 'loop' eindeloos herhaald worden. Grappig hoe zo'n terloops gebaar mij zo in een trance kan brengen en mij kan doen na denken over de essentie van dingen en zo, over het leven, over doel en richting, etc. Ik kijk terug op dingen in mijn leven en realiseer me hoeveel ervan volstrekt onzinnig was en dat maar zo weinig zaken mij gelukkig kunnen maken als die ene kinder lijke haal van jou met je mouw zo onder je neus langs. We staan op de dijk bij hoog water. Het water golft met korte, verstokte loopjes tegen de basaltblokken. Het klotsende geluid klinkt even basaal als onnozel. Je herinnert je een zomer, lang geleden. Toen stonden we ook hier. Een mantelmeeuw plukte de laatste stukjes vlees uit een krabschaal en keek ons hondsbrutaal aan. Iets verderop zat een stel scholeksters op de stenen, een poot ingetrokken, hun fel oranje snavels demonstratief in de zuidwestenwind. Je lachte zoals jij kan lachen. Je zei iets over de wind boven de basaltblokken. Toen zei je dat je de aardbeien ging natmaken en liep naar het schapenhek. Het spijt me. Het spijt me voor alle pijn die ik heb veroorzaakt. Het spijt me voor alle zinnige dingen die ik gezegd heb en die jou van mij kunnen wegdrijven. Ik kan niets veranderen, ik kan niets opbiechten, ik kan niet iets idioots zeggen dat je kal meert, dat jou doet omdraaien en je in mijn armen doet vloei-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 15