zetten in het donker zonder gevoel van richting of tijd. En laten we onderweg vooral niet onze keuzes verklaren. Alles moet tot vervelens toe altijd worden uitgelegd en toegespitst. 90 procent van wat we zeggen is het verklaren van de overige 10 procent. We zeggen wat we doen en leggen het dan uit en zo denken we van elkaar dat alles goed zit. Als je maar uitlegt, als je de blauwdrukken maar uitrolt en de stippen verbindt met een strakke, heldere lijn. Wanneer de omtrek zichtbaar is, kleurt de inhoud vanzelf wel. Dan ineens word je serieus, je kijkt mij aan met zo'n blik die dan voor een ogenblik inderdaad serieus is en ik zeg "Wat is er?" en je zegt "Niets, schatje," maar je blijft me aankijken met die blik en dan weet ik dat je inderdaad even heel serieus wilt zijn. Sinds ik jou ken maak ik vreemde geluidjes. Het heeft iets te maken met mijn zenuwen. Soms maken die geluidjes dingen stuk zoals het moment waarin we samen zijn. Dan loop ik weg en zoek ergens anders een nieuwe situatie die dan weer vanaf de basis kan worden opgebouwd. Dat is mijn manier van se rieus zijn. Je ligt in bed, huilend. Als ik je wil troosten probeer je me van het bed af te schoppen. Ik trek je onder de dekens uit, kleed je aan, ik geef je eten en sleep je mee naar buiten. Het schemert nog. In de verte lichten de boeien op. De donkere lijn aan de horizon moet een zandbank zijn. We lopen tussen de huilende windvlagen door terwijl we hopeloos onverstaanbaar zijn voor elkaar. Verderop aan de vloedlijn ligt het karkas van een oude boot. De spanten, bekleed met pokken en algen, steken als gekromde tanden omhoog. Het is een monster, zeg je, en je maakt een schijnbeweging alsof je jezelf in zijn malende kaken wil werpen. Dan ontbloot je met één hand een borst. Ik kus hem. Je gaat liggen, mij half bovenop je trekkend. Jouw krachtige, in zichzelf gekeerde blik maakt dat ik het ver strijken van tijd bewuster mee maak alsof elke seconde weer uit kleinere, intensere seconden bestaat. Ik voel me verdampen als een etherische olie, opgaan in een ruimte vol abstracte vlakken. En dat is oké, denk ik. Je neuriet wat, ogenschijnlijk zomaar een monotoon, onge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 14