knik en Kevin Bacon neemt het roer van hem over.
"Bedankt voor de lift," zeg ik. De kapitein haalt wat pruimtabak
tevoorschijn en kauwt aandachtig.
"Het water op zee is zo donker als de lucht voor ons," zeg ik.
Hij knikt.
"Veel gevangen?" vraag ik dan.
"Wij vissen voor de toeristen," zegt hij.
"Voor de toeristen?" vraag jij nu en bent wat dichterbij gelopen.
"We varen tweemaal daags uit," zegt hij. "We laten de sleep
netten over de bodem gaan en laten je zien wat we vangen. Di
verse soorten krab, kwallen, een verdwaalde zeester, en natuur
lijk vis. Haring, schar, spiering. Sommige slechts centimeters
groot. We zitten echt in de kraamkamer van de zee."
Je maakt een hoofdknik naar een grote ketel die is aangesloten
op een propaangastank. "Wat is dat?" vraag je.
"We gooien alles terug in zee. Dat is protocol. Alles, behalve de
garnalen. Die koken wij ter plekke aan dek. Voor de toeristen."
"Zodat ze wat kunnen proeven van het ruige vissersleven?" zeg je.
De kapitein lacht flauwtjes. "Ja, jongedame, het ruige vissers
leven. Maar wel met toilet aan boord." Hij wijst. "Ginds zijn de
zandbanken. Afhankelijk van het tij kun je daar zeehonden
spotten. Gewone en grijze. De grijze komen oorspronkelijk uit
Schotland."
Je glimlacht naar hem zoals je zo hartelijk kunt glimlachen
naar iemand die je aanstaat. Je praat verder met hem en hoewel
ik je stem blijf horen laat ik de woorden langs me heengaan.
We kwamen hier een week geleden aan met een matige zuid
westerstorm. Het water stond hoog. De boeien dansten op de
schuimkoppen. We troffen de sleutel van het appartementje
onder een rolluik. Doorweekt als ratten vielen we op bed en
schopten onze kleren uit.
We hielden van dit eiland en we wilden het zien in het seizoen
waarin alle seizoenen eindigden. Een seizoen waarin geen
zinnig mens zich zonder reden buiten waagde. We wilden een
bijtende wind aan zee, we wilden een woeste golfslag in de
branding met veel drijfhout en stukken aangespoeld plastic.
We wilden dat we onze gezichten moesten afschermen tegen
striemende regen. We wilden terechtkomen voor dichte deuren
van cafés met bordjes gesloten achter de ramen. We wilden uit-