o\ Op mijn schoot een open gekerfde vis Na de dood word je gesneden zoals het de slachter belieft Je teerbeminde ziet het niet Het is haar bespaard En van de dood weten We niets Daarom veroorzaakt hij Net als tijd Zo'n onwetend rumoer Aan de overkant van de Schelde Voor sommigen een rivierarm Voor mij van kleins af aan De zee Wordt het blauw gekleurd door nevel En in ongebruik geraakte gebouwen De darmen van de vis span ik aan Zijn ogen de stemknoppen £Z Zijn staartvin de kam W Resonantie en echo bepalen de toonhoogte Het dier is zilver gekleurd SU Als een kind zilver zou kunnen kleuren Q) Dan was het zo'n vis *0 De eerste snaar C Moet resoneren met het water Anders kan ik mijn kleine werk niet volbrengen Q) De andere vijf snaren ■J3 Zoals iedere speler weet C Hebben vastgestelde toonhoogten Ten aanzien van de bovenste De orde van geluid Q> Mijn noot treft doel Ik strijk langs de darmen daaronder Bloedrood De schoonheid Speelt eindelijk op het beest

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 105