O TT C\ Ze schuifelen achter elkaar over het pad 13 Dat langs het beekje lichtjes omhoog leidt Het is de dag van de wassing der O Lotusvoetjes Naast elkaar nu zitten ze aan de rand Van het heldere stromende water Ze ontdoen zich van hun schoentjes En ieder voor zich ontzwachtelen ze hun Lotusvoetjes Het is een warme zomerdag De vogels in de bomen zijn goed te horen Samen met het beekje dat zachtjes klokt En murmelt Een broodmagere hond loopt het pad op En zet zich dicht bij de Lotusvoetjes neer Die nu net gewassen worden Sba En met zeldzame liefdevolle strelingen Worden getroost Qf w Vooreerst slobbert hij langdurig van het Overvloedige koele water C Daarna rekt hij zich behaaglijk geeuwend uit JJ Om vervolgens naar het dichtstbijzijnde M Lotusvoetje te drentelen Qj Dat hij intens en liefdevol begint te likken O

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2017 | | pagina 102