Naast het pontje dat geen dienst doet
een kraai die gorgelt aan een regenplas
en mij, van lang geleden
rust een shovel bij een zandhoop
z'n schop als de kop van een buldog
recht voor zich uit gelegd
Niet ver, vaag groen, ligt het eiland
met z'n stille populieren, voorbij het grijs
van water, tumult van meeuwen
ooit hesen we daar de rode bal
om terug te moeten naar de ruzies
thuis, het ingedamd scholierenleven
Als een foto in een ontwikkelbad
komt het op, scherpt zich
en begint te leven
om jou en mij en een hooiberg daar
die ons in niet te stillen dromen bracht
maar altijd met dat water ertussen