school, waar achter de hoge en smalle ramen de hoofden te
zien waren van hogere burgers in de dop; hoofden gebogen
over sommen, afrekeningen Pas op de singel, honderden
meters van de plaats van onze wandaad verwijderd, durfde ik
om te kijken. Boven de daken van de eeuwenoude stad steeg
een dichte, zwarte rookkolom ten hemel. Hoe was het mogelijk
dat ik geen sirenes hoorde, geen stoet brandweer- en politie
wagens langs zag trekken?
"Wat ben je stil/' zei moeder tijdens het eten.
En stil bleef het, de komende dagen en weken. Zelfs de provin
ciale krant, die aan elke uit een bouwkeet gestolen broodtrom
mel gewetensvol een kolommetje wijdde, publiceerde mets
over onze heldendaad. Want het was in mijn herinnering nu
een heldendaad geworden, een mythische voltrekking, een
gebeuren zo buiten de routine van alledag dat het op den duur
net leek alsof die auto er nooit echt was geweest en die rook
kolom een manifestatie van bovennatuurlijke aard, een bood
schap van de altijd vertoornde God die wij kenden uit onze op
voeding, en Die ons er volgens Zijn ondoorgrondelijk raads
besluit toe had gebracht om een speciaal voor dat doel uit de
hemelen neergelaten auto in de fik te steken, alleen maar om
ons in een verschrikkelijke Toekomst eeuwig te kunnen straf-
fen.