z
De hotels met hun louche
Lkl dromen, portiersloges,
KI balkons, hebben de onrust
van de nacht niet ingelost
als buiten donkere zee
zwaar aan de kust klopt.
Q.
Verregende portieken
mm bergen koude huiver,
alleen met rillend licht
21 'n een waterplas, ziek
belegerd door een storm
van zout, ongenadig
over het zwart front
O van de kade.
Wind aan de paleizen
van de commercie, rijke
gasten die ook deze
nacht met ongeloof
moeten doorwaken.
De grootste zekerheid
zijn de ongedekte tafels.
Het onbeheerd deel van
de nacht maakt revolutie
in fijne glazen karaffen,
O een verleerde dagindeling,
het gesoigneerd diner en
de geslepen gebaren van
in zwart gestoken obers,
die volle schalen plaatsen.
V
0J
tri
VO
Er waait gerafelde angst
langs kozijnen,
een beladen vlucht voor
wat achter het oordeel
van de wind aanvaagt.
Niet te verbreken stilte
die in de harten staat.
mm