allemaal vissersschepen die uitvoeren. Opeens begon het te
regenen. Heel hard. Mijn broer kwam aangerend. Dat was je
an oom Marlon."
"Had hij toen ook een baard?" vroeg Norman met hese stem.
"Nee," zei Iwan. "Kleine ooms en kleine papa's hebben nog
geen baard."
Norman drukte zich dicht tegen zijn papa aan.
-Iet "'Ik weet waar we kunnen schuilen/ zei je oom Marlon," ging
Iwan verder. "En hij pakte mij bij de hand en trok mij mee. We
renden door de straten van het dorpje. We dachten dat we
de achtervolgd werden door een groot monster. Bij het park stond
een klein huisje. Net zo klein als wij vanmiddag gezien hebben.
Het stond al jaren leeg. We gingen snel naar binnen en deden
de deur dicht. In de woonkamer stookten we een fikkie om het
warm te krijgen. En het grote monster kon niet binnenkomen
omdat het huis zo klein was."
Norman haalde zijn neus op. "En hoe kwam je er weer uit,
papa?" vroeg hij.
Iwan legde Norman neer en trok de dekens over hem heen. "Ik
weet het niet. De zon ging weer schijnen denk ik. Ga nu maar
slapen."
Norman bleef hem met grote ogen aankijken. "Papa, kunnen
monsters hier wel binnen komen?"
"Nee," zei Iwan.
"Maar dit huis is groter."
Iwan streek een haarlok uit zijn ogen. "Niet als ik hier ben."
Hij gaf Norman een kus op zijn voorhoofd en sloot zachtjes de
deur.
te-
Iwan liep de veranda op. Ver op zee zag hij kleine lichtpuntjes
dansen.
Maureen ging naast hem staan. "Je hebt me dat verhaal nooit
verteld, van je broer," zei ze.
"Nee," zei hij. "Ik heb dit niemand ooit verteld."
Maureen sloeg een arm om hem heen. "Is het echt zo ge
beurd?" vroeg ze.
Iwan zei niets. Hij pakte haar hand vast en kneep er zachtjes in.
Naar het schilderij 'Solitude #56' van Edward Hopper.