oo yj Vaak is een smalle blik op het land: knielende daken, bleke contouren, fuchsia's op de stoep, dampend asfalt vertraagde adem, hoe je in de wereld jezelf nog herkent. Na eindeloos verlangen, met "kennst du das land", na het eeuwige herbegin, tenslotte de herkenning de troost achter de hoop Q op het genadeloze einde. Vaak zaten we als er tijd was, te mijmeren over het tijdloze, over de amfora zonder oren, zonder bodem waarin de zoete geur steeds naar de verdroogde tijden riekt. Al dat geluk en ongeluk met eigen blote handen en hersenen gebracht, gaten in de tijd, als gaten in de tanden, soms met lood, soms met goud gevuld. KI Het gevoel van een geheel misschien een kogel, laatste gift; alle pijnen gewogen met je N© eigen netto gewicht, H" in laurier en aarde gehuld, en dan de kroon op je deel: OV

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 98