Het was gehaast stil aan de andere kant van de lijn en ik hoor
de de ketel fluiten. Ze had bezoek. "We komen er beslist op
terug," zei ze. Ik had geen tijd haar te vertellen dat ik de adem
van Jezus niet zozeer in mijn hart als wel continu in mijn nek
had gevoeld. Dat was ook niet verwonderlijk, want we woon
den op een door en door katholiek dorp recht tegenover het
klooster waar toen nog dertig nonnen kluisden. Al op vijfjarige
leeftijd werd ik door Soeur Pancracia in het Kerklatijn ingeleid
en vanaf die eerste heilige communie was ik rijp misdienaar te
worden. Kerk en geloof namen mijn wereld in beslag. Het is
achteraf niet verbazingwekkend dat, toen ik de geïllustreerde
reeks Wereld in Beeld begon te kopen bij de lokale DA drogist, ik
vooral gefascineerd was door het deel De Kruistochten. Het
duurde niet lang voor ik er volledig van overtuigd was dat de
strijd tegen de Islam voortgezet moest worden. Als er in 1267 al
Kinderkruistochten gehouden werden moest dat nu, een kleine
zevenhonderd jaar later, toch zeker kunnen! Mijn vriendjes
omarmden het plan van de misdienaar die zo dicht bij God en
de toen nog almachtige pastoor stond. Bovendien woonde hij
in een kasteelachtig huis, dus het wachten was op de klaroen
stoot tot de tocht. Om mijn klasgenoten en andere kinderen op
het dorp verder te enthousiasmeren, zon ik op een krachtig
symbool dat wonderen zou kunnen verrichten.
Was Jezus' vader, Jozef, immers geen timmerman? Ik vorderde
twee planken van de meubelmaker die naast ons woonde en
spijkerde ze aan elkaar in de vorm van een kruis. Geïnspireerd
door de schilderijen van de Kruisgang in onze kerk kon ik het
na enige oefening als een volleerde martelaar ronddragen. Mijn
moeder verbood me echter ermee de straat op te gaan toen ze
een strook kippengaas, die ik als nepdoornenkroon om mijn
hoofd had gewikkeld, ontwaarde. Dat was een tegenvaller,
want hoe moest ik nu mijn boodschap verder uitdragen. Toch
liet ik me niet ontmoedigen en posteerde mezelf bij het tuin
hek, dat grensde aan de St. Antoniusdreef, waar veel meisjes
van' de door nonnen geleide lagere school op weg naar huis
voorbijkwamen. De meesten giechelden om dat stilzwijgende
jongetje met een kruis en vertelden het hun ouders. Het duur
de niet lang voor die van mij van mijn illegale bekerings
activiteiten op de hoogte waren. Pa parkeerde het kruis in de
garage en waar had ik die planken eigenlijk vandaan?