KIEKEBOE 00 C Daar starten de auto's weer. De hele straat gaat productief op exact hetzelfde tijdstip richting werk. Acht uur 's ochtends «3 heen, naar kantoren, scholen, ziekenhuizen. En om half zes Ein de middag weer allemaal terug. Ik zit hier op bed en luister. Naar het groeten, het dichtklappen van portieren, autoradio's. Het starten van motoren. Tot alleen het geslobber en gesmek van Baby overblijft. Baby aan de borst. 18 Ik staar naar het patroon op ons dekbed. Mandala's, in donker paars en zachtroze. Een soort tandwielen die in elkaar grijpen. Machinale mandala's, die met hun scherpe tanden de eeuwig heid vermorzelen. Baby drinkt. Gelukkig bijt hij niet meer. Melk maken uit je eigen bloed, het is al gedoe genoeg zonder scherpe tandjes erbij. Ik wees mijn man op de vampiersymboliek maar dat vond hij maar een idiote gedachte. Ook toen ik begon over het Stock- holmsyndroom. Over de metafoor van de hooligan met de gas- toeter heb ik nog niet verteld. Baby die even zijn zinnetje niet krijgt laat flink van zich horen. Van een sereen glimlachje naar stormachtig gekrijs in twee tot drie seconden. Een heerlijk eigen willetje, zeggen de oma's. Hooligan met gastoeter, zeg ik. Maar niet hardop. Zo'n rellende voetbalfan met een gastoeter. Die naast je komt staan en urenlang zijn hoorn laat schallen. Of plotseling, ach ter je, als het even stil is. Pwèèèp. Pwèèèp. Op volle orkaan sterkte. En dat je dan niet terug mag schreeuwen, of hem neer- hoeken. Maar dat je hem lieve woordjes moet influisteren. Lief devol moet koesteren aan je borst. Omdat anders die toeter weer afgaat.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 83