We hadden in het receptiehok een radio. Het radioaanbod was toen al even beroerd als vandaag, maar op de woensdagavond was de VPRO aan de beurt en dan kwam er muziek voorbij waar ik wel mee kon akkederen: woeste, psychedelische garagerock, rock 'n roll en allerlei buitenissige lawaaibands. Je moest om die zender te vinden nauwgezet aan de draaiknoppen draaien en goed luisteren. Op een of andere wijze stond de radio altijd anders als je binnenkwam. Met de juiste muziek was zo n avond wel door te komen. Na een aantal weken kwam de conciërge mijn kantoortje binnen. Hij keek kritisch naar de radio. "Aha, dus jij bent de gene die altijd aan de radio draait." Ik was me van geen kwaad bewust. De man vertelde dat hij er steeds veel werk aan had om de radio weer op de juiste zenders af te stellen, omdat de be jaarden boven in hun kamertjes de goede zenders steeds kwijt waren. Blijkbaar werkte de radio in mijn kantoor als een soort centrale ontvanger en muzieksluis, en konden de bewoners uit een be perkt aantal kanalen de muziek van hun gading kiezen. Door mijn gedraai aan de knoppen zaten ze elke woensdagavond te headbangen op in decibellen en ontaarde teksten grossierende lawaaibands. Ik scoorde er geen punten mee. Nu heb ik al mijn leven lang onbegrijpelijke aanvaringen met autoriteiten. Het is geen op zet, maar eerder dat ik in mijn autistische onbevangenheid in grijpende verstoringen van allerlei systemen veroorzaak. Mijn zwanenzang als receptionist volgde dan ook niet lang daarop. We hadden de instructie dat we geen vreemden binnen mochten laten en de bejaardenverzorgenden van dienst niet mochten laten storen in hun werkzaamheden. Nu was onder hen een langbenige schoonheid met een rijke vriend, die haar dikwijls kwam ophalen met zijn sportwagen. Op een keer belde meneer aan met de mededeling dat hij weer voor juffrouw Langbeen kwam. Ik liet de dikdoener plichtsgetrouw weten dat we de verpleegkundigen niet mochten storen. Hij moest maar wachten. De keer daarop kwam tijdens mijn dienst het hoofd verpleging het kantoor binnen. Er waren klachten over me. Meneer Dik-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 78