elkaar niet meer spraken sinds aan het samenwonen een eind
gekomen was, hadden kinderen voortgebracht die elkaar zelfs
niet in de ogen keken. Maar ogen kunnen volgen. Myrne rekte
zich uit in de hoop haar neef een tweede gang naar de plank te
zien maken. Wellicht drong het tot niemand door dat er ogen
waren die aan het volgen van Myrne's bewegingen de voorkeur
gaven.
Mario maakte nu zijn befaamde achterwaartse salto. De onzicht
bare obstakels die haar scheidden van deze neef weerhielden
Myrne ervan deel te nemen aan het applaus. Gelaten vergeleek ze
de prestaties van haar neef met haar zwemdiploma A en de sim
pele sprongen zonder aanloop die ze soms maakte. Toen het er
naar uit begon te zien dat geen derde sprong zou volgen leunde
ze weer achterover en probeerde zich over te geven aan de zon
die, hoewel het laat in de namiddag was, nog uitbundig scheen.
"Mag ik mij nog even bij u zetten?" vroeg een blonde, jonge
man. De man, die Myrne wel al eerder opgevallen was als een
onbekende tussen de vele vertrouwde badgasten, had een bal
die rakelings langs haar hoofd gevlogen was opgevangen en
teruggeschopt naar een voetballend groepje. Verbaasder over
de vraag dan over de aanspreekvorm, vertrouwd als ze was met
het taalgebruik van de zuiderburen, ging Myrne weer rechtop
zitten. Toestemming werd gemakkelijk gegeven, maar wat dreef
deze man ertoe naast haar te willen zitten?
"Het viel me op dat u niet meeliep met uw vriendinnen. Had u
geen goesting om te zwemmen?" Er ontspon zich een gesprek
over volle baden, ruimere baden in het buurland, vakantie,
langere vakanties in het buurland, familie in het buurland,
verblijfplaatsen in meerdere landen, over de sprongen van de
neef, ja écht, haar neef, Mario. Toen Hilde en Liza hun tassen
en handdoeken kwamen halen wist Myrne dat het blonde
wezen dat ze jongen noch man noemen kon Sylvain heette, dat
Europa je thuisland kon zijn en dat ze nog niet naar huis wilde.
Niemand daarentegen wist dat een indringer al begonnen was
zich te vermenigvuldigen, dat een celwand het begeven had en
omringende cellen een virusaanval niet tegen zouden kunnen
houden.
Niet eerder dan tegen sluitingstijd, het met haar moeder afge
sproken uur daarmee ruim overschrijdend, maakte Myrne aan-