Drijfzand, zo zou de vooroorlogse generatie deze instelling noe men. Iedereen die nu werkt, voelt het gewicht van de enorme baby op de schouders. In ons pensioenstelsel betalen de werkenden de pensioenen van de gepensioneerden, zodat een kleinere groep de pensioenen van deze grote groep betaalt. Pensioenen die bovendien gebaseerd zijn op de inkomens van een leven van continue economische vooruitgang. Dat dit systeem kraakt, blijkt uit de verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. Iedereen moet nu een paar jaar doorwerken voor de pen sioenen van een generatie die én eerder met pensioen is gegaan, én de wind mee had maar verzuimd had om een gemeenschappelijke buffer aan te leggen voor dit te voorziene probleem. Wel heeft die generatie het voor zichzelf goed ge regeld: het vermogen van de gepensioneerden is volgens het CBS (gegevens 2014) bijna twee keer zo groot als de vermogens van alle andere leeftijdscategorieën bij elkaar. Een ander probleem is de ongekend hoge huizenprijs. Het bruto nationale product (de collectieve lonen) is sinds de jaren zeven tig namelijk slechts met 1 tot 3% gestegen. Daarom zijn er nu twee inkomens nodig om een huis te kopen, in plaats van één. Starters en alleenstaanden kunnen geen huis betalen en blijven langer bij hun ouders wonen. Kinderen worden door het kinderdagverblijf opgevoed omdat de lasten van een gezins huishouden niet meer door één persoon te dragen zijn. Als een relatie stukloopt, wordt de woning verplicht verkocht en wordt de restschuld van de voormalige huiseigenaren gevorderd. Van een geweldige investering is een huis een financieel risico geworden. Geen van deze problemen is echter relevant voor de generatie die volop geprofiteerd heeft van de huizenprijs stijging. De generatie die nu in de schoolbanken zit, ontkomt ook met aan het zwembadwater. In 1960 lag het collegegeld (omgere kend naar nu) rond de 600,00 per jaar. Dit hoefde maximaal 4 keer betaald te worden, hoelang er ook gestudeerd werd. De toenmalige generatie protesteerde tegen deze hoge studie kosten en kreeg studiefinanciering. Dat systeem is inmiddels uitgehold tot een leensysteem. De collegegelden zijn verhoogd tot 1984,00 per jaar en er is een langstudeerboete. Het op doen van kennis is minder toegankelijk geworden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 55