Als dit een vertelling was, zouden we in het hoofd van de
vreemdeling kunnen dringen om ook hier de waarheid op het
spoor te komen. Maar het is de vreemdeling zelf die vertelt.
Ooit, zo zegt hij aan zijn sterk uitgedunde publiek, ooit zullen
er zelfs strafkampen zijn waar de executies door machines wor
den voltrokken. Het automatisme zal in dienst van de mense
lijkheid worden gesteld. De justitiële automaten zullen de geest
van de veroordeelde kunnen penetreren, want het bewustzijn
als kwaliteit is anoniem en toegankelijk voor allen als de lucht
die we ademen, en ze zullen het vonnis als het ware in het ver
oordeelde lichaam schrijven, zodat de veroordeelde dat vonnis
waarlijk begrijpt en aanvaardt, en hij in vrede kan sterven. Het
klinkt als uit een buitenissige roman die nog geschreven moet
worden.
De patriciër, ergens tussen waken en dromen, herinnert zich
plotseling hoe hij de huisknecht Cnaap ooit in zijn eigen
Japanse kamerjas heeft gestoken vóór hij hem naar Selene
stuurde. Vervolgens rende hij zelf naar het kijkgat achter de
draperie om zichzelf in de gedaante van iemand anders of, ver
warrender, van zichzelf als huisknecht van zichzelf bezig te zien.
Waarom deze opzet? De patriciër weet het niet meer, maar ver
moedt dat het een soort wetenschappelijke proef is geweest, in
gegeven door de lectuur van de verlichte hemelbestormers. Hij
zag nu inderdaad, achter het kijkgat gebiologeerd starend naar
het op en neer gaande rugpand van de gebloemde kamerjas,
hoe waar de schaamteloze traktaten van die verlichters zijn,
hoe onpersoonlijk het bewustzijn is dat in onze uitwisselbare
menselijke lichamen huist, hoe aanstootgevend al onze preten
ties zijn en hoe leugenachtig onze heiligste boeken en over
leveringen; de mens, zo komt het de sluimerende patriciër
voor, strijdt zinloos tegen alle lijden, hij is een slaaf van zijn
spijsvertering zoals zijn houten evenknieën de slaven zijn van
hun opwindveren en tandwielen, en de ziel is iets ongrijpbaars
en tijdelijks dat zich als grote illusie aan je lichaam verbindt
dankzij het onophoudelijk zwoegen en lijden daarvan. Tegelijk
beseft hij, als met een blikseminslag waardoor hij opnieuw
wakker schiet, dat ook deze nieuwe waarheden zich als mach
teloze leugens openbaren wanneer er werkelijk iets gebeurt;
wanneer je doofstom van smart de doodkist van je kind of ge
liefde begeleidt. Wat kan het ons schelen dat onze waarheden