KJ
fM
1
Een witte pion, een moedige zandstuiver van het voetvolk
nadert al vervaarlijk ver in het midden van het slagveld
en zal weldra worden geofferd.
De zwarte koning waant zich veilig
in zijn versterkte villa met de mooie naam De Rokade.
Lopers lopen her en der en worden gevangen genomen.
Een paard maakt een gekke gewaagde sprong.
De zwarte koningin blijft dreigen
en de witte koningin valt naast haar verzwakte koning
want ook de twee witte torens werden al verwoest
op de kaal geslagen vlakte van het naderende eindspel.
2.
Wie te veel van zijn acht pionnen verliest,
verliest zijn stille kracht en verliest vrij snel het hele spel.
De paarden draven
tot zij vallen in het drassig vijandelijk gebied,
tg De vier lopers bewegen zich als spionnen
en de laatste koningin is een genadeloze dame
die beweeglijker is dan die vier torens
die alleen de rechte lijnen domineren.
0J
Qi