Er vallen in een duister fonkelen gaten
in de dekking, en wij weten niet goed wat
te denken van de schuwheid van deze on
omlijnde nabijheid die zonder permissie
gramschap naar macaber theater vertaalt.
Er is sprake van: woedende beloftes, gemaskerd
zwijgen ook, huurlingen van hardere woorden
en - vooral - het ontbreken van toverslag. Mensen
houden halt alsof hun naam werd geroepen. Ze
denken dat ze tijd niet meer in jaren maar in uren
mogen meten, herkennen het schrift van de tijd
niet, de stoorzenders. Uit een pand dat baadt in
lauw ivoorkleurig licht klinken uit de monden
van benoemden en verkozenen opgenomen
boodschappen die blijven hang....hang....hang....
Als we dit niet snel oplossen valt alles uit elk jaar.