Wm Hoofdstuk 6 De vrouw gaat naar de badkamer en als ze terugkomt, ligt voor het bed iets dat op een grote rollade lijkt. De dode man is in het tapijt gerold en omwikkeld met stevig touw dat een bepaald min of meer regelmatig patroon vertoont. Terwijl de vrouw zich aankleedt, haar lippen stift zodat ze even rood zijn als haar schoenen (die weer even rood zijn als de bloedvlekken in het bed) en en passant een stapeltje papiergeld van het nachtkastje grist, steekt de man nog enkele malen zijn mes in het Afghaan se tapijt, misschien om er zich van te vergewissen dat de dode nu toch echt dood moet zijn. Het mes is in ieder geval nu aardig schoon, dat wel. Als dat gebeurd is, schuiven de man met het mes en de vrouw het tapijt met de dode man erin onder het bed en verlaten alsof er niets gebeurd is het huis, ons met de dode man en duizend vragen achterlatend. Hoofdstuk 7 Niet ongewoon bij korte verhalen. Moraal: Hoeveel haast u ook hebt: kijk toch eerst even onder het bed.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 11