O
O
UJ
KI
LU
I/)
0)
Cü
IO
0J
N
3
Jij woonde ook in deze stad
waar nog je naam zweeft
op mijn adem en ramen van de Herestraat
jou vingen uit de witte panden
van je van lakenstof gesneden jas
je wandelde hier levenslang
maar bent verdwenen en voorgoed
toch hoor ik soms nog een gemompel
dan zoem je zachtjes als een honingbij
rondom mijn hoofd en neemt me mee
naar oude zomers en de tuin
met kleurpotloden op het gras
ranja in het mooie glas een Cessna
kruipend langs het blauw
groot maar vriendelijk insect
glanzend in de warme zon ver weg
had je me herkend
zo'n dag dicht bij het huis waar je woonde
had je me getoond waar je de kastanje begroef
hoe hoog de boom werd in de jaren daarna
had je me verteld
er weg te blijven
wanneer het onweer komt.
2016