ze gooide al vroeg argusogen
waar anderen nog vingen
daar haar vader haar zwaartekracht leerde
met zijn handen
die altijd zwaarder landden
dan de papieren vliegtuigjes
en de vogels en de appels
waarvoor ze graf zerkjes maakte
want alles wat valt is dood
zelfs appels naar haar idee
ze begroef de rot met ze mee
in onze tuin
waar vlierbessen bloedden
in vers geschreven woorden stond:
'hier ligt appel
hij viel niet ver genoeg van de boom'
vervolgens klemden wortels hem
tussen vileine vingertjes,
vroegerden
als bewijs van boven
en nu, twintig jaar ouder
lijken haar vaders handen lichter geworden
noemen ze haar kerkhof boomgaard
ze pakt zijn oud geworden rimpels
tilt ze tot ze zichzelf zaaien
over twintig jaar zal ze hem zoeken
bij deze stoppels van tijd
Uit: Preparaat. Passage, 2016