BALLUSTRADA OPTIMA FORMA Deze keer aandacht voor wat terecht of ten onrechte bij mij is weggezakt, uit beeld verdween. In literair opzicht, bedoel ik. Heb ik schrijvers verdonkeremaand? Jazeker, ik moet beginnen ■5 bij K.P. Kafavis. Hoe kon ik hem in godsnaam niet noemen. Ik bezit beide vertalingen van zijn gedichten, die van G.H. Blanken en die van Warren/Molengraaf. Het liefst lees ik de oudste ver taling, die van G.H. Blanken. Ik weet niet of die beter is, maar hij is mij vertrouwder. Ik heb de Verzamelde Gedichten en de Jeugdgedichten oneindig vaak herlezen, maar het laatste de cennium dus bijna niet want wellicht: "Zonder voorzorg, zonder medelijden, zonder schaamte bouwden ze rondom mij grote, hoge muren." Ook de gedichten van César Vallejo verdwenen uit beeld. Vallejo die me zo dierbaar was. (Ik ken iemand die me zoekt in zijn hand, dag en nacht Maar daar heb ik een eind aan ge maakt. Ik bedoel aan mijn verwaarlozing van die grote dichter met zijn verontrustende teksten. En Hikmet dan? En Simic? Lowell? Met groot genoegen lees ik tegenwoordig ook Stilleven in Milford van Thomas Lynch, ook niet vermeld. Van oorsprong een Amerikaanse Ier. Dichter en begrafenisondernemer. Zoals hij zelf aangeeft: een prachtige combinatie van beroepen, waar iedereen zo'n beetje tegenop en tegelijkertijd op neerkijkt. Ci taat: "Soms kijk ik in de ogen van lijken. Ze zijn als gebroken spiegels, bevroren vijvers of lege tabernakels, open gelaten deu ren, leeg en wijd open; als afkoelende votieven, onbeweeglijk als steen in hun koude staar." Ik kan niet zeggen dat zo'n regel me opvrolijkt, maar hij raakt me wel in iedere hartkamer. Ik trek als lezer al heel lang door grazige weiden vol proza en poëzie. Ik graas wat af. De hiërarchische verhoudingen onder

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 6