Pyrame et Thisbé, een tragedie waarin de regels der welvoeglijk
heid niet meer in acht worden genomen.
Oudere tijdgenoot van Théophile de Viau, de militair en schrij
ver Pierre de Bourdeille (1537-1614), abt van Brantöme, schrijft
kronieken over al wat het Frankrijk van die tijd telt aan aristo
cratische figuren en verlekkert zich aan de onthulling van hun
seksueel leven. Beroemd is gebleven La vie des Dames Galantes,
pas uitgegeven in 1722, bij Jean de la Tourterelle in Leiden.
Marc-Antoine de Saint-Amant (1594-1661) volgt dezelfde lite
raire weg. Zijn bundel La Débauche ('De Losbandigheid'), liegt
er niet om. Hij zweert daarin 'bij alle onschuldige geneugten'.
Verder dan epicurisme en hedonisme, reikt de dichtkunst van
deze 'gezellige dikkerd' tot aan gastronomisme en overdaad.
Hij refereert graag aan de schrijver, arts en humanist Francois
Rabelais en dicht over de Geboorte van Pantagruel.
DE KOMST VAN DE 'POÈTE MAUDIT'
De negentiende eeuw neemt een heel andere hedonistische
wending, romantiek verplicht. Het lichaam is volop aanwezig
en het nieuwe hedonisme wordt zowel zintuiglijk als geestelijk,
met zowel vervloeking als rechtvaardiging en ideaal. In 'Le
Serpent qui danse' ('De dansende Slang'), beschrijft Charles
Baudelaire (1821-1867) zijn emoties bij het aanschouwen van
een vrouwelijk lichaam.
Que j'aime voirchère indolente
De ton corps si beau
Comme une étoffe vacillante
Miroiter la peau!
Sur ta chevelure profonde
Aux acres parfums
Mer od orante et va ga bon de
Aux flots bleus et bruns
Comme un navire qui s'éveille
Au vent du matin
Mon óme rêveuse appareille
Pour un ciel lointain.