vertaling gegeven in De tuin van de Franse poëzie - Een canon in
100 gedichten (Athenaeum-Polak Van Gennep). Hieronder de
vertaling van d'Heere:
Mammeken dat lof end' eere betaemt
Wit als een eykin, vet als een mollekin,
Een Goddinnen mammeken waerd ghenaemt.
Cleen wurtgen dat de Roosen beschaemt
Rood criexkin (zeghic) med zijn clein olleken
Vp een effen rond yvoore bolleken.
Clément Marot wordt beschouwd als een invloedrijke voor
loper van de Pléiade, een groep van jonge Franse renaissance
dichters, waaronder Pierre de Ronsard (1524-1585) en Joachim
du Bellay (1522-1560), die samen streefden naar een herleving
van de poëzie uit de klassieke oudheid. De laatste, afkomstig uit
de Loire-streek met zijn vele kastelen en aristocratische land
goederen, geldt als de liefdesdichter en hedonist bij uitstek. Hij
publiceerde in 1549 zijn doorslaggevende La Deffence et Illustra
tion de la Langue Francoyse, waarin hij verkondigde dat de Fran
se taal gelijk is aan Latijn en Grieks. Bij de poëzie van Joachim
du Bellay gaat het ook over het geluk, zoals in zijn beroemde
sonnet 31 uit Les Regrets, waarin hij als reiziger een hedo
nistisch genot uitdrukt over de thuiskomst.
Heureux qui, comme Ulysse, a fait un beau voyage
Ou comme cestuy-la qui conquit la toison,
Et puis est retourné, plein d'usage et raison,
Vivre entre ses parents Ie reste de son age.
Gelukkig is hij die gelijk Odysseus, een goede reis maakte
Of zoals degene die het Gulden Vlies veroverde
En daarna weer terugkwam, vol kennis en verstand
Om te vertoeven met de zijnen voor de rest van zijn leven.
Pierre de Ronsard (1524-1585), tijdgenoot et metgezel van Du
Bellay, zorgde met 'Ode a Cassandre' voor een van de beroemd
ste liefdesgedichten van de Renaissance: