In de jaren daarna bleef Julien in de niche van de fantastische
literatuur aanwezig, al ging dat grotendeels aan mij voorbij.
Hij was coauteur van Geschiedenis der Pausen door Guillaume
Audisio en Louis Pastore (1985). In 1986 verscheen 'De vrij
spraak' in het Crime jaarboek 1986, met daarnaast verhalen van
onder andere Felix Thijssen en Bert Hiddema. In 1987 en 1988
was hij jurylid bij de King Kong Award, dé wedstrijd voor ver
halen uit de genres sciencefiction, fantasy en horror; in 1989
haalde hij zelf de tweede plaats met 'De veelvuldige verhou
dingen van de verrukkelijke Vrouwe Viro'. De Duitse science
fictionschrijver Ronald M. Hahn vertaalde enkele van zijn ver
halen ('Zwei Alptraume', 1985; 'Türme aus dem nichts', 1987).
Toen ik vanaf 1991 weer actiever werd in het SF-wereldje, was
Julien verdwenen. ïk was hem niet vergeten, maar hij was niet
meer als schrijver actief en onze wegen kruisten elkaar niet
meer. Tot het bericht van zijn overlijden in 2013 en de publi
catie van Verschrikking uit het verleden niet lang daarna. Ver
schrikking uit het verleden (Stichting Fantastische Vertellingen,
2014) wordt door de uitgever bestempeld als een 'kasteel
roman'. Julien zal bij het schrijven ongetwijfeld gedacht heb
ben aan de Bouquet Reeks, getuige de verwijzing naar de 'goed
kope romannetjes' die hij in het begin maakt, maar toch doet
die aanduiding deze roman geen recht. Het is dan wel een vlot
leesbare, eenvoudige, op het eerste niveau misschien zelfs wat
oppervlakkige roman, maar tegelijkertijd is het meer en dat
maakt de roman interessant.
De combinatie van romantische kasteelroman en horror is
ongetwijfeld niet uniek, maar hij is ook niet alledaags. Met die
combinatie heeft Julien een parodie gemaakt: het eeuwenoude
kwaad dringt zich binnen in de wereld van de boerendochter
en de boerenknecht, het plaatst de romantiek in het zwarte
kader van het eeuwige einde; het is uiteindelijk allemaal dood
en verrotting.
Halverwege het verhaal stapt de schrijver zelf die zwartomlijste
romantiek binnen in de persoon van Tim, een 'freelance schrij
ver, die door hard en constant ploeteren net zijn brood ver
diende, maar ook niet veel meer.' Die om er af en toe eens uit
te zijn door België rondzwerft, soms wat werkend als boeren
knecht, zo zuinig mogelijk met zijn geld. Een in ogen van
anderen 'wat verwaarloosde jongeman', die in zijn eigen per-