JULIEN, IK EN DE REST
Q. Dit artikel begon met de publicatie van Verschrikking uit het ver
leden van Julien C. Raasveld in 2014. 'Julien C. Raasveld, wie is
dat?' zal de liefhebber van de Literatuur reageren. Julien was
vooral schrijver van literatuur met een kleine 1, al waren zijn
g ambities ooit groter, aangezien hij ook gedichten publiceerde
en in zijn verhalen geregeld het literaire experiment zocht.
Blijkbaar was hij daarin niet succesvol genoeg. Bovendien is
-j Julien een dode schrijver, overleden op 9 augustus 2013, en
Q) alleen in de dromen van romantische dichters leidt de dood
tot bekendheid. De werkelijkheid is tegenovergesteld: wie heeft
het nog over Mulisch, Reve of Hermans? En, dubbel boven
al dien, is Julien zo'n schrijver die al vele jaren voor zijn dood is
tg overleden als schrijver, want na 1990 verscheen er geen werk
meer van hem. Hoe is het mogelijk dat van een onbekende, 'al-
lang-niet-meer-schrijvende schrijver' postuum een korte roman
3 verschijnt? En waarom ben ik van die publicatie op de hoogte,
lü terwijl u er niets van weet? Dat kan alleen maar een persoon-
Cb lijke reden hebben en bij literatuur houdt dat in dat je de
schrijver hebt gekend of dat zijn werk een rol heeft gespeeld in
je leven. Voor wat betreft Julien gelden voor mij beide redenen,
al heb ik hem nooit persoonlijk ontmoet.
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw bestond er
een literaire niche voor sciencefiction, toen nog aangeduid met
de afkorting SF. In Nederland en Vlaanderen was deze niche ge
vuld met tijdschriften als Holland SFSF Terra, SF Gids, King Kong
SF en Fantastische Vertellingen, bevolkt door schrijvers als Eddy
C. Bertin en Tais Teng. Een wereld van verenigingen en con-
mm- venties, waar de lezers van dit genre als fans samenkwamen en
de schrijvers in panels op een voetstuk plaatsten. In die tijd was
de algemene opvatting van die fans dat het bij SF niet om de