Deze morgen was je Cabaret Voltaire in Zürich toen een baby plots zijn eerste groet stamelde: jij, jouw, jou jouw, ik jouw, jij mij, wij? Op het middaguur verscheen een blauwe ruiter. In Amsterdam werd je het terras van Café Eijlders terwijl de julizon op het Leidse Plein uiteenspatte: Kneu kneu kneu kneu ote kneu eur En vanavond ben je het atelier in Bergen aan Zee waar Lucebert zijn losbollige verbeelding losliet: scheert met de pes de pana de nieketan Daarna begint de reis naar het einde van de nacht. je blijft altijd het grote zwarte vierkant in het bekende schilderij van Malevich. Soms ben je het donkerrood van Rothko. Een naakte verschijning bij het middagmaal in de kelderwoning van William Burroughs. Nooit ben je een hoofdletter geworden in de 73 gedichten van e.e.cummings. je zette de laatste voetstap van Giacometti. je bent de revolver in de hand van Majakovski. Dit uitdovend tijdperk eindigt met een niesbui en je rijmt voortaan voorzichtig als een sonnet, je woorden worden doorzichtig, voorspelbaar. Een veeg teken. De taal wordt nu totaal egaal.

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 24