o O O het ligt niet in de aard van de groninger om in sprookjes te geloven voor hem geen zwervende reuzen of heksen gehuld in wit of een kabouterkoning die 's nachts de boeren te hulp schiet wordt niet door de groninger voor waar aangenomen als er volgens hem al magie was dan zat het in de grond zand, klei, gas en steen het is hetzelfde materiaal als waar hijzelf van gemaakt is waar zijn huis op gebouwd is waar zijn kinderen op spelen ze hebben vuil onder hun nagels en wind in hun bloed Of het puin dat overblijft moet geruimd worden door hemzelf er zijn geen kabouters de groninger weet dit het ligt niet in zijn aard om in sprookjes te geloven. 2016

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2016 | | pagina 102