Oud geld I Ik mis onze prachtige, oude biljetten Met vuurtorens, bloemen en vogels, zoals De poelsnip en watersnip en de portretten Van Sweelick, De Ruyter, en Vondel en Hals Hoewel ook helaas onze eigen Spinoza Is afgedankt, definitief en voorgoed Bewaren nog sommigen als curiosa Een geeltje, een meier, een rug en een joet Hoe vaak heb ik niet de ontwerpen bewonderd Van Enschede, Oxenaar, Drupsteen en Kruit? Ik gaf de biljetten van vijftig en honderd En tweehonderdvijftig met tegenzin uit Nu moet ik die lelijke euro wel dulden Die saaie, wanstaltige briefjes van niks In plaats van die frisse en kleurige gulden De stuiver, het duppie, het kwartje, de riks (Maar onze premier heeft zijn vuist niet geheven Zodra hem de voorstellen werden gedaan Waar wij onze gulden voor op moesten geven Ik zou voor geen geld overstag zijn gegaan) Kees Tom 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 82