Zonder handen de automatische piloot kwam thuis toen zijn vrouw al sliep hij kuste haar tot zij haar ogen ontsloot en fluisterde stilletjes: "bliep" Bomen de bomen stonden statig in het landschap en schitterden in de felle zon ze vertoonden onderling verwantschap mits je dat van bomen zeggen kon een spitse kruin, een ranke stam een wonderschoon gezicht alleen, als er een trein aankwam gingen de bomen dicht Eerherstel het potlood, ingehaald door pen, dacht: "wacht maar, tegenvoeter, als ik straks terug ben, vervangt men jou voor een computer." de pen, die eerst een kogel kreeg, heeft het nooit begrepen, de printer bracht zijn dood teweeg, hij ligt nu op de vuilnisbelt, het potlood werd in eer hersteld, die was te geslepen. Cornelis Putemmer 72

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 74