TWEE MAAE BEEK (BIJ NIJMEGEN) T
1. 2.
Hier reed de tram, de enige E
In Nederland die bergbeklom E
Die slank en als een lenige E
Toerist de ijle hoogte zocht V
En steeds, moe maar voldaan, weerom Z
Kwam van die barre, steile tocht E
Hier schreef men kaarten met een groet: R
«Ik zat in 't bergspoor en ik zag (1
Het diep ravijn, als op vakantie! C
Alles goed bij jullie? Dag! b
Vader kocht een nieuwe hoed.» E
Een korte klim, maar met garantie T
Op een topervaring rijker; V
Daarna koffie bij 't Spijker E
Cees van der Pluijm C
58