TREURNIS Uit ons tehuis De oudjes hadden me een pret! Geen pruik bleef op zijn plaats, noch kunstgebit, noch corselet. De humor? Driekaraats. Men lachte zich een ongeluk, een breuk, een bult, een kriek, z'n lever, hart en longen stuk en zich ten slotte ziek. Twee doden werden er betreurd, meteen na het begin: Quirinus Priem had zich bescheurd en Krina bleef erin. Mijn hele leven liever down dan doodziek van zo'n cliniclown. Kees Jiskoot 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 43