VOOR HEINZ De dichter dicht omdat hij dichten moet, Reken het hem niet als verdienste aan, Sinds hij verkoos die kruisweg op te gaan Heeft hij aldus te leven en voorgoed. En of zijn hart ook alle dagen bloedt - In boekjes schijnt althans zoiets te staan - Mets kan hem ooit meer van die plicht ontslaan, Zijn dure plicht, waar hij sindsdien voor boet. Prijzende woorden hebben dus geen zin, Ondanks dat daartoe de verleiding blijft, Lezer; maar toch, beklaag hem evenmin. Zijn noodlot vraagt nu eenmaal dat hij schrijft En zeker vindt hij ooit zijn loon daarin: Rozen verwelken, maar de kunst beklijft. Jan Boerstoel 12

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 14