HET MYSTERIE T3 De plastic beker maakte een laatste schokkerige beweging, als een stuiptrekkend dier in een abattoir, en bleef daarna roerloos qj liggen. Nou ja, kan gebeuren, dacht Van Poelvoorde, maar toen jfl zag hij dat de val niet het gevolg was van een slordigheidje, een gebrek aan concentratie: ook de tube tandpasta was verplaatst. De dingen in Van Poelvoordes huis hadden hun vaste plek. Hij zou bij wijze van spreken plotsklaps blind kunnen worden zon der daar hinder van te ondervinden. Hij testte wel eens of hij zonder iets om te stoten zijn tandenborstel uit de beker op de wastafel kon pakken, de tube op het planchetje kon vinden, en zonder te morsen een dotje tandpasta op de haren kon spuiten. Steeds als dat lukte, kreeg hij een merkwaardig gevoel van trots, alsof hij met succes een zware proeve van bekwaamheid had afgelegd. Maar dit keer was het geen foutloze dressuur. Zijn vingers grepen mis en de beker was met een nijdige tik in de wastafel beland. Een ander zou kunnen denken: ach, mijn partner heeft die spulletjes vast verplaatst, of de werkster wellicht. Maar Van Poelvoorde had geen partner en ook geen werkster. En het was ook niet zoals bij die man met zijn balpennen. Vreemd dat hij daar nu aan moest denken. Van Poelvoorde had hem op tv ge zien, een man met een enorme collectie reclamepennen, van de politie, verzekeringsmaatschappijen, rijscholen en cafés. Honderden, op kleur gerangschikt op kaarten van karton, als soldaten in het gelid. Van Poelvoorde had geen verzameling balpennen. Hij spaarde helemaal niets. Verzamelingen hadden de nare eigenschap om steeds groter te worden en als hij ergens niet tegen kon, dan was het wel iets dat uitdijde. Hij hield alles graag zoals het was. Van Poelvoorde moest ook niet aan de man denken vanwege die balpennen, maar vanwege het ver- 0> O CM Q)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 94