r**
oo
0J
<3
O»
O
in het park bloeien handen en voeten
verdampen monden vol blauwe lucht
een man bij de vijver luidt zijn eenden vijf uur
twee kleuters maken een grasveldje tot land art
alsof het nooit anders geweest is
op een bak fladdert een snipper blauw
vergeefs tussen tikkeltjes roze
of strenge strepen rood
een magere vrouw nog net van stokbrood rechtop
prevelt met volle mond een nieuwe maan
twee honden oefenen een horizon
en leggen zich ten slotte bij
het oneindige neer
een bejaarde staat op van een bank
telt zijn ene been zijn andere
Q) schuifelt weg
elk woord krimpt nu de avond
in gestrekte schaduwen