E
0)
QJ
00
Roerloos luisteren bomen naar nacht
hoe stilte stemmen en voetstappen begraaft
het uitgedoofde licht door
blad en tak wordt opgeslagen
QJ
de leegte van het park herinnert zich
de wandelaars, de uitgelaten honden
en hoe de wind zich ruggelings
slapend heeft uitgestrekt
nog hangt de spotlach van een specht
door een verschaalde lucht
zijn vliegbewegingen vervlogen
het aardedonker weet en wacht
er is gesnuif van egels
geritsel van parende muizen
een heimelijk verbond van voortgang
in nevel en schaduw aan de grond