I-
<s
h
u
3
0>
Q>
Qf
Q>
rz
01
C
<3
i
<N
n
h
Wilgen maken zich geen illusies
over het houten hart van de poëzie
Arbeidersklasse onder de bomen,
onverschillig meedeinend op iedere wind
Ruige, bemoste schors als tijdloze werkkleding
Ze moeten het doen met snelle groei, snelle rot
en witte karrensporen aan de hemel
En toch dat smalle, introverte blad
Aristocratisch bijna als het groen uitgeslagen
zilveren bestek van laatste telgen
Q
1
f
0
"5
t