3
O
O
<3
<3
(3
LU
Eén woord twee lettergrepen - de vingers trommelend
aan de binnenkant van haar elleboog - er kwam een
kudde aan, van heel, heel ver.
Klinkt als - een trekje aan haar oorlel - een dof geklop.
We stonden in de garage, het rook er naar benzine,
verse lakens, appelen, het bezwete wielrennerstenuetje
van haar vader. Onze blote voeten op de tegels. Epoxy
voegen. Haar broer speelde jokari op de koer. De
elastiek en de hitte trilden.
Eerste lettergreep, we waren veertien, hadden voor het
eerst onze benen geschoren, keken met een vergrootglas
naar de geronnen dropjes bloed. Het was hoogzomer,
in het telefoonboek lagen bloemen te drogen, we vingen
bijen met limonadeglazen, konden uren staren naar hoe
ze duizelden.
Q)
Voorzichtig trokken we de tuitjes van ballonnen over de
mond van een kraan. De wobbelende kwallen staken we
onder bh's van haar zus, we sprongen op tegen elkaar.
Zij wrong haar t-shirt uit, zoals haar lange haren, die ze
jarenlang in een vlecht in de platenkast bewaarde,
achter haar vaders collectie van Miles Davis.
Tweede lettergreep, we keken in de glazen bol van een
kauwgomballenautomaat, op een perron naar Oostende,
waar we Titanic voor haar verjaardag zagen op een
scherm dat groter was dan de koer. Uit de automaat
draaide ze oorbellen met olifantjes, alleen het zilver was
niet echt - trekje aan haar oorlel. We stonden in de
garage, want het was er koel en haar vader was weg.
In de woonkamer hing een gebreide baarmoeder in een
kader, haar zus hoorden we haperend - tikje tegen haar
neus - in de kamer ernaast, in het midden van een bach.
De zweetafdrukken van onze voeten krompen op de
tegels. De kudde kwam van ver. Zij wees mij aan,
hoewel ik geen woord had gezegd.