os
O
KJ
0#
u>
Ui
O Elke ochtend hetzelfde liedje
van brandgaten, dorst, hoofdpijn
die met herinneringen morst.
Ui
Wat weet ik nog van mezelf?
Dat ik mensen ontleedde, feestjes
bedierf, achter dubbel glas
mijn heldendood stierf.
Maar kapot ging ik niet,
want ook nu sleep ik mezelf weer
naar de spiegel, mijn geheugen hinkt
nog wat achterop, terwijl ik al staar
naar die matte poging tot karakterkop:
Rimpels. Dunne lippen. Ingevallen
verlangens.
jg Soms denk ik: het kan ermee door,
Q net geen materiaal voor een film.
Maar dan zie ik weer mijn leven
en het klinkt als een aftiteling.