-3 3 rs, er is een niemandsland waar we als twee volwassen mannen in het spervuur van eikaars woorden tegenover elkaar staan het veld weet daar niets van niet hoe onze woorden in de lucht hangen als vuile was wachtend op een gunstige wind als de lekke bal van een kind dobberend in een te brede sloot ik kroop weg in de nacht in hoge kraag stuurse blik (O C3 QJ jij begon een verhaal over hoe het anders had kunnen gaan en een tel zag ik de man die bij het loket mijn naam doorgaf de plannen die hij had maar mijn blik is een verschansing dit hoofd is door stilte gekraakt

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 59