-3
3
rs,
er is een niemandsland
waar we als twee volwassen mannen
in het spervuur van eikaars woorden
tegenover elkaar staan
het veld weet daar niets van
niet hoe onze woorden in de lucht hangen
als vuile was wachtend op een gunstige wind
als de lekke bal van een kind dobberend
in een te brede sloot
ik kroop weg in de nacht
in hoge kraag
stuurse blik
(O
C3
QJ
jij begon een verhaal
over hoe het anders had kunnen gaan
en een tel
zag ik de man die bij het loket
mijn naam doorgaf
de plannen die hij had
maar mijn blik is een verschansing
dit hoofd is door stilte gekraakt