O het nawoord is aan de diender
ül de voetnoten aan de cardioloog
op de foto achterkant boek
spoort Artaud de werkelijkheid aan
E CL.
ca
de innerlijke proloog
dan een vallend duister
Artaud spoort de werkelijkheid aan
O het gif in de beker
in het voorbijgaan
een mes licht op in het donker
Artaud spoort de werkelijkheid aan
een kar met de dood
een rouwstoet van volgzame kornuiten
een klok een klepel
Artaud spoort de werkelijkheid aan
op de deur wordt geklopt
dat er binnen mag gekomen
dat er een stoel
dat er alles ongezegd
Artaud spoort de werkelijkheid aan
borden op tafel
een pan tot de rand
monden hijgen honger
Artaud spoort de werkelijkheid aan
muziek uit kreukels
beelden uit spinrag
vingers tikken onrustig
Artaud spoort de werkelijkheid aan
Q een lieve vrouw krijst
een zachte man vloekt
een brave hond gromt
Artaud spoort de werkelijkheid aan
T OÉ 'n de kamer hiernaast
glazen tegen de muur
borden in diggels
Q) de avond wordt verlaten
Artaud spoort de werkelijkheid aan