3
3
V
«3
<V>
IS)
IS)
Q)
Schilder mijn nacht
met een bries als penseel
met halfgesloten mond
en een rug vol graagte
zeg me waarheen je
morgen reist
als jouw twijfelende
hand niet meer geneest
alleen nog in het donker
slapen wil tussen
geurende lavendelaren
zeg me dat je mij niet wist
als ik vliegen ga vannacht
het doek verlaat zonder
jouw mandaat
om de einder te zien sterven