Gelukkig kon ik als buitengewoon lang en sterk persoon 's nachts rondhangen bij het gebouw, mijn handen door een gat in het dak wringen en een heel kantoor loswrikken. Ik stelde mij het misbaar voor, het eindeloze geklets in de koffiepauze over dat de kamer was gestolen of gewoon weggesleten - vanwege de grote druk op alles en iedereen. De volgende dag zette ik mijn trofee midden op een stuk land - een ongelofelijk vredige plek. Ga toch weg! riep ik tegen niet bestaande voorbijgangers. Het is in orde. Ga toch weg!

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 25