koekt koekoekt bokkenpijn hij blaat mekkert kwartelpijn hij slaat, roept ratelt katten pijn hij miauwt, blaast spint olifantenpijn hij trompettert trompet Slurven raak verstrengeld! jullie scherp gepunte lippen en vooral die onderlip zal als sokkel dienen om door mijn stem te boren en terwijl mijn woorden boven die vaandels galmen van de diepliggende scharnierpen zweven naar jullie slapen Olifanten, hebben jullie mij gehoord? eksterpijn hij klapt, krijst fleemt hyenapijn hij jankt Sc grinnikt merelpijn hij fluit zwanenpijn hij trompettert fluit paddenpijn hij ratelt duivenpijn hij koert koekoekspijn

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 15