"Daar istie weer!" roept hij koddig hoog, en versnelt onmiddel
lijk zijn pas.
Frans natuurlijk achter hem aan.
De idioot ziet met grote donkere ogen zijn belagers aanstor
men, draait zich om en wil het gewoontegetrouw op een ren
nen zetten. Door de bruuskheid van zijn beweging glijdt hij uit
op het grind en valt plat op zijn bek. Binnen een paar seconden
is Wally bij hem, draait hem op zijn rug en zet zijn knie op zijn
borst. De idioot blijft stil en gehoorzaam liggen. Wally ziet dat
hij zijn rechtervuist als een oester houdt dichtgeklemd. Hij
breekt de vingers van de idioot open en grist een pillendoosje
van grijs plastic uit zijn knuist.
De idioot gilt ineens alles bij elkaar.
Wally staat snel op, draait het doosje open, steekt de muntjes
die er in zaten in zijn zak en gooit het doosje en het losse
dekseltje over het pad. De idioot jankt en giert nog harder,
met grote uithalen. Hij kruipt over het grind en tast wild naar
het grijze doosje, zijn schatkistje dat onvindbaar is tussen de
kiezels. Er loopt snot uit zijn neus, dat valt niet te ontkennen.
De buit bestaat uit acht dubbeltjes. Acht dubbeltjes, de schat
van de idioot.
"Dat is de man godverdomme maar veertig cent," zegt Wally
alsof Frans zelf niet kan rekenen.
Met de terugkeer van de idioot is ook de herinnering aan het
grindpad teruggekomen. Er rijpt een onontkoombaar voor
nemen bij Frans. Een plan dat ook een test is. Frans besluit om
de idioot na ruim veertig jaar te compenseren. Zijn geweten
moet schoon. Hij weet zeker dat de idioot zich de beroving
nog herinnert. Het hartverscheurend jammeren, het obscene
zwijgen van het heelal.
Zal een biljetje van vijf euro genoeg zijn? Het moet zeker de
waarde van tachtig cent in de jaren zestig dekken, zal zelfs een
beetje meer zijn. Een beetje rente voor de idioot.
Maar misschien moet je zulke dingen niet overdrijven. Stel je
voor dat je opgepakt wordt omdat je een verstandelijk gehan
dicapte benadert met vermoedelijk oneerbare bedoelingen. Wie
geeft er zonder duidelijke reden geld aan een gek? En iedereen
geeft iedereen maar aan bij de politie tegenwoordig. Om niks.