Niet om het tot het einde toe te dragen OÉ noch om het te behoeden is dat p" De opdracht zoekend zoek ik niet een oor en ademhalend Q haal ik slechts adem Ik ben sowieso de schuld van ongeluk en sowieso ben ik de schuld van vreugde door dat wat ik denk door dat wat ik nu hoop Q door dat waarmee ik scherts Qj tot het daar eenmaal in doordringt Alleen wat dringt daarin door Een vrouw zal haar handen wringen een meisje beledigd huilen Z een jongen wie weet wat omarmen een man toornig vloeken Wat ik optil veroorzaakt de val van een ander wat ik laat vallen zal hem opheffen Ik ben niet meer voor verraderlijke Echo's Ik ben voor de Stem voor niet dichtgestopte oren voor spiegels van glimmende elbogen niet voor frakken >v/> hs Terwijl daar de adamsappels op en neer springen moet ik denken aan een appel aan de grootte van de zorgen eerder dan aan de geringheid van de zekerheden Het was de tijd van de aangename sterren van verdorven Marietjes van verstoten kinderen 3 O Q)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 2015 | | pagina 77