ja
u
r
Het is een hanenbalk
Waar In het dak van het wachten
En wat hangt daar
Angst
Moedertje van gejammer
sluimerschenkend
maak ons niet wakker
r-
G
u
Een absolute ramp
is deze ellende
rs
C
hs
Struiken Struiken Stuifballen
Uit de schoot de schoot in het graf
Uit het graf het graf in de schoot
in het vlooiendonker in het vlooiendonker
Met het recht van de vogels op vlinders
jammeren ze tegen God jammeren ze tegen God
noemen ze de naam zomaar
in de nietswaardigheid van het iedereen tevredenstellen
en dat is hun hele schoonheid
een dikke roos
hij druppelt alleen
Gebedel 's morgens
Vragen 's avonds
De stilte van de eindeloze ruimtes beangstigt me
De dichter vraagt de dichter
Kameraad wat wil je daarmee
De duisternis spitst de oren
van de kerkuilen van vleermuizen
Het geloof heeft zijn hielen gelicht
2
u
v
f
3
J
>w
t
t
i
u
mam