BALLUSTRADA OPTIMA FORMA
Levity - dat klinkt als een nieuw merk damesverband.
Dus noem ik zijn volledige naam: Levity Peters, dichter, criti
cus, beeldend kunstenaar, fotograaf, grafoloog, maar vooral
meanderende matennaaier.
Ik zal het uitleggen. De man heeft in 2014 voor de poëziesite
Meander een recensie op mijn laatste poëziebundel Poldergeest
(heteroniem: André van der Veeke) geschreven. Niet zomaar
een kritiek, maar een vernietigende. Overigens zonder samen
hangende analyse, laat staan een spoortje inlevend vermogen.
De openingszin van het titelgedicht noemt hij een cliché van
jewelste: Zonsondergang in mijn hartkamers. Zo'n regel kan niet,
volgens de Rotterdamse alleskunner, want een zonsondergang
in dit verband vernoemen is altijd een dooddoener. Het feit dat
ik het cliché onschadelijk maak, ontgaat hem. Verbijsterend!
Na deze openingszet volgen nog talloze geringschattende op
merkingen.
Op zijn zolder zouden aanzienlijk betere teksten liggen, geeft
hij aan, dan sommige uit mijn bundel. Tegelijkertijd mijdt hij
echter ieder contact met de dragende gedichten uit Poldergeest.
Ik moet hierbij opmerken dat ik een bundel graag vergelijk met
een landschap. Je komt er opvallende eiken, beuken en knot
wilgen tegen, maar er is ook plaats voor het struweel: struiken,
takken, desnoods graspollen. Met andere woorden: dragende
gedichten naast kleine, ogenschijnlijk overbodige teksten.
Maar goed, laat ik aannemen dat de balken van Peters' zolder
doorbuigen onder het gewicht van nooit gepubliceerde pracht-
gedichten, dan nog schrijf je als criticus niet zo naar je voor
ingenomenheid toe.